Petje en Potje
Meisje

Aflevering 41: Een leugentje om bestwil

“Ik heb helemaal geen zin om naar huis te gaan. Straks praat ik weer mijn mond voorbij, Freek”. “Ja, dat kan. Ik denk ook dat we niet veel anders kunnen dan eerlijk zijn. Als pap en mam de waarheid kennen, dan begrijpen ze misschien waarom we dit hebben gedaan”. “En als dat dan niet zo is?”, vraagt Matthijs bezorgd. “Dan moeten we in ieder geval nog niet vertellen waar de nieuwe schuilplaats is. Dan moeten we toch even liegen”. “Maar we mogen toch niet liegen?”. “Nee, dat klopt Matthijs. Eigenlijk mogen we niet liegen, maar dit is dan een leugentje om bestwil. Als ze persé willen weten waar de schuilplaats is, dan vertellen we dat die achter het schuurtje van meneer Vuur is”.
Matthijs moet er even over nadenken. “Maar daar is de schuilplaats toch niet meer?”, vraagt hij dan. “Nee, slimpie. Dat klopt. Maar daar zijn nog wel alle spulletjes. Dus het lijkt dan net of ze zijn uitgebroken of dat iemand anders ze al had gevonden. Wij moeten dan niet zeggen dat we ze zelf hebben weggehaald. Op die manier zijn ze weer veilig. Snap je?”.

Matthijs knikt. Hij vindt het een goed verhaal van zijn broer. “Gaan we de anderen nog wel vertellen hoe het echt zit. De rest van de club komt toch morgen weer in het clubhuis samen toch?”. “Hmmm.. Dat is nog een probleem. Ik wilde het eigenlijk niemand anders verder vertellen. Hoe meer mensen het weten, des te groter het risico dat iemand zich weer verkletst”. Matthijs vindt dat niet helemaal eerlijk. Zij hadden ten slotte wel het geheim bewaard en hij zelf was degene die het had verklapt. Eigenlijk zou hij het dus niet mogen weten. Toch accepteert hij het voorstel van zijn broer en samen lopen ze verder richting huis.

“Waar komen jullie vandaan? Waarom zijn jullie niet direct uit school naar huis gekomen?”. Vader Vrolijk staat de broers al bij de deur op te wachten. “Jullie hebben toch geen nieuwe stomme stunts uitgehaald of wel soms?”, vraagt hij. “We gaan eens even een hartig woordje met jullie voeren over die hele ontvoering van dat biggetje en het moederzwijn!” . Gedwee lopen Matthijs en Freek het huis in, trekken hun jas en schoenen uit en gaan in de kamer op de bank zitten. Nu moeten ze sterk zijn.

Aflevering 42:  Boze ouders

 

“Ga maar eens even zitten, heren”. Zo streng hadden Freek en Matthijs hun vader nog nooit horen praten. Meestal kwamen ze er wel met een waarschuwing vanaf. Een enkele keer moesten ze vroeg naar bed voor straf, maar zelfs die keren had hij nog nooit zo boos geklonken als nu.
“Jullie begrijpen dat ik het met jullie graag wil hebben over de ontvoering van de wilde zwijnen. Jullie weten dat de politie op zoek was naar het witte biggetje. Door deze ontvoering hebben jullie de politie om de tuin geleid. Weten jullie wel dat dit strafbaar is? Voor dit soort dingen kun je zomaar in de gevangenis belanden. Daar komt bij dat daarbij kennelijk gebruik is gemaakt van een stukje land van meneer Vuur, zonder dat jullie daar toestemming voor hebben gevraagd. Dat is nog een strafbaar feit!”.
“Papa, wat is een strafbaar feit?”, vraagt Matthijs. “Dat is wanneer je iets doet en dat mag dan niet van de wet. Als je zoiets doet, dan kun je een boete krijgen of nog erger. Als het iets heel ergs is, dan kun je de gevangenis ingaan. Jullie hebben een biggetje en zijn moeder ontvoerd. Dit witte biggetje werd gezocht door de politie. Jullie zijn het bos ingegaan, terwijl dit verboden was door de politie. Jullie hebben ook nog eens gelogen. Dat is nogal wat! Vinden jullie het zelf wel normaal? Dit is toch niet iets om trots op te zijn lijkt me. Of wel soms?”.

Vader Vrolijk blijft boos kijken. Mariska, Matthijs en Freek zitten doodstil op de stoel. Moeder Vrolijk zit ook stil op een stoel. Ze kijkt heel ernstig. Zo hadden de kinderen hun ouders nog nooit eerder gezien. Het blijft enkele minuten stil. Het lijken wel uren.
Freek is de eerste die op durft te kijken. Voorzichtig en heel zachtjes begint hij het verhaal te vertellen.

“Pap. Mam… Het is toch ook niet eerlijk dat een biggetje vermoord moet worden omdat het een andere kleur heeft dan andere biggetjes?”, fluistert hij bijna. Mariska begint ondertussen te huilen. Zij was degene die met het idee was gekomen. Freek praat zachtjes verder: “ We weten wel dat we iets hebben gedaan wat niet mocht, maar we wilden een leven redden. Wat is daar mis mee? Een leven is toch belangrijker dan een wet? Waarom moet dat biggetje dood van de minister? Dat is toch niet normaal?”.

“Ik vind het ook niet eerlijk”, gaat Matthijs ineens verder. “Ik ben nu ook boos. Jullie zeggen dat we zomaar een biggetje moeten laten vermoorden. Dat is stom en niet eerlijk! We wilden alleen maar helpen”.

Vader Vrolijk schrikt even van de toon van zijn jongste zoon. “Zeg hoor eens even snotneus. Ga je nu ook nog eens zo’n toon tegen mij aanslaan. Daar ben ik niet van gediend!”.

Aflevering 43: Straf?

 

“Iedereen is een beetje nerveus volgens mij”, zegt vader Vrolijk dan. Zijn toon is ineens toch een beetje anders dan zojuist. Hij klinkt wat rustiger en ook een beetje minder boos. “Natuurlijk begrijpen jullie moeder en ik dat jullie boos waren toen jullie hoorden dat het biggetje moest worden doodgeschoten. Maar jullie moeten toch ook begrijpen dat het heel stout is om dan eigenhandig het biggetje te ontvoeren. Dat is tegen de wet. Je mag nooit dieren uit een bos ontvoeren en ergens anders gevangen zetten. Dus ook niet als de minister heeft besloten dat het dier moet worden doodgemaakt.
De minister had daar vast een heel goede reden voor. Jullie zijn het er misschien niet mee eens, maar de minister heeft daar voor geleerd. Daarnaast was het ook nog eens levensgevaarlijk. Jullie wisten dat er allemaal mensen in het bos waren met geweren. Jullie wisten ook dat het daarom verboden was om in het bos te komen. Toch hebben jullie dat gedaan. Als ze jullie hadden gezien, dan had een jager zomaar op jullie kunnen schieten. Jullie moeder en ik zijn daar nu heel erg verdrietig en boos over. Snappen jullie dat. Het idee dat één van jullie misschien per ongeluk wel door een jager in het been zou zijn geschoten. Of stel dat de politie jullie had betrapt en een nachtje in de gevangenis had gezet?”.

Vader Vrolijk stopt. De kinderen zijn er stil van. De klok tikt rustig aan de muur. Buiten waait het en binnen is het zo stil dat je wel een speld zou kunnen horen vallen.

Het lijkt uren te duren. Freek, Mariska en Matthijs durven niet op te kijken. Ze snappen nu pas dat het een gevaarlijk avontuur was. Ze wisten wel dat het spannend was en dat ze niet gepakt mochten worden, maar dat het zo ernstig was hadden ze niet gedacht.
Aan de andere kant deden ze het voor een goed doel. Het biggetje moest gered worden. Dat vinden ze alledrie nog steeds. Waarom zijn die dingen toch altijd zo ingewikkeld? Waarom moet zo’n meneer de minister nu van dit soort stomme besluiten nemen?

In werkelijkheid duurt de stilte maar een paar minuten. Matthijs is de eerste die op zijn stoel beweegt en omhoog kijkt. “Wil je wat zeggen, Matthijs?”, vraagt zijn moeder. Hij knikt met zijn hoofd. “Wat wil je zeggen?”. Hij twijfelt nog even maar uiteindelijk komt het er toch uit. “Krijgen we nu ook straf?”, fluistert hij zachtjes en kijkt direct weer naar beneden.


 

Aflevering 44: Spoedvergadering!

 

“Ja, daar kun je rustig op rekenen! Je moeder en ik weten alleen nog niet precies wat. We vinden dit wel zo erg dat jullie er op kunnen rekenen dat we een flinke straf gaan bedenken”, is het antwoord van vader Vrolijk. Tegelijk rammelt er iemand aan de achterdeur. Iedereen kijkt om. Het is Kevin die binnenkomt. “Hoi allemaal, komen jullie nog even buiten spelen of moeten jullie nog eten?”. De hele familie Vrolijk kijkt vol verbazing naar Kevin.
Kevin is vrolijk lachend binnengekomen, maar hij ziet nu dat de gezichten van Freek, Mariska en Matthijs heel verdrietig eruit zien. “Nou… Wat is het hier een dode boel. Wat is er aan de hand?”, vraagt hij.

“Ze weten het”, fluistert Freek. “Wat weten ze? Wat doe je geheimzinnig man. Kunnen jullie mee?”. Weer rammelt de deurklink. Daar staan ook Kim en Annelieke. “Kunnen jullie ook even meekomen? We moeten met spoed met de club bij elkaar komen”, roept Kim meteen zodra ze haar eerste voet binnen heeft gezet. “We hebben hier naartoe gerend. We moeten nu vergaderen. Jullie hebben toch al wel gegeten of niet? Anders neem even een boterham mee!”. Annelieke knikt. Het is aan haar oogjes te zien dat ze heeft gehuild. Mariska staat op van de tafel en slaat een arm om haar heen. Even is het weer stil en kijkt iedereen naar Annelieke die weer wat traantjes van haar gezichtje veegt. Dan staat moeder Vrolijk op. “Laat ik eerst nu maar eens even wat limonade voor iedereen maken. Ik weet niet helemaal precies wat er nu ineens aan de hand is, maar volgens mij lusten we allemaal wel iets te drinken of niet.

Er komt geen reactie, maar Elze loopt toch maar naar de koelkast en haalt de bus met siroop eruit. Ze zet voor iedereen een glas op het aanrecht en begint met het maken van de limonade. De deurbel gaat. Freek staat op en kijkt boos naar zijn vader. Hij snapt niet dat ze straf gaan krijgen. Waarom begrijpt zijn vader niet dat ze niets anders konden doen dan het biggetje en zijn moeder ontvoeren?
Hij loopt nukkig naar de voordeur. “Zijn de anderen er ook al? We moeten nu vergaderen. Kom op we gaan naar het clubhuis”. Jolinda staat aan de deur met achter haar kleine Joris. “We mogen nog even in de boomhut spelen van pappa en mamma”, zegt hij. “Jij snapt er ook helemaal niets van”, snauwt Jolinda haar broertje toe. “We moeten in actie komen. Er is iets heel ergs gebeurd. Komen jullie nou?”. Ze loopt langs Freek naar binnen in de richting van de keuken. “Oh zijn jullie hier allemaal. Kom op. We moeten naar de bookhut voor een spoedvergadering”. “Wil je ook een glaasje ranja, Jolinda?”, vraagt moeder Elze. “We moeten eerst even een gesprekje met jullie allemaal hebben volgens mij”, zegt vader Vrolijk. “Nee, we moeten naar de boomhut”, sputtert Jolinda nog. “Hier heb je ook een glaasje limonade. Ga maar even op die kruk zitten daar”.  

Print this page

MaandagDinsdagWoensdagDonderdagVrijdag
gtop
gbottom




gtop
gbottom