Petje en Potje
Meisje

Aflevering 37: Is er iemand thuis?

Vrolijk huppelt het witte biggetje om Matthijs heen. “Kom nu eens hier biggetje! Hij is veels te snel, Freek”. “Hij wil gewoon met je spelen, Matthijs. Lukt het? Anders laat je hem maar loslopen. Ik heb de moeder al aan het touw, dus ik denk dat het biggetje vanzelf wel volgt. Als jij achter de moeder gaat lopen en het biggetje in de gaten houdt, dan moet het lukken. Goed?”. “Ja, Freek. Ik doe mijn best”. “Oké, dan gaan we. Wees wel stil. Straks hoort meneer Vuur of zijn hond ons nog en dan zitten we in de problemen”. “Ja”, fluistert kleine Matthijs op zijn allerzachtst.

Net als de eerste keer gaat het allemaal voorspoedig. Het moeder wilde zwijn volgt rustig Freek. Het lijkt wel of ze er al aan gewend is dat ze zo nu en dan een ommetje maakt aan een touw. Het witte biggetje volgt zijn moeder precies. Matthijs loopt er rustig achteraan. “Het gaat goed, Freek”, zegt hij als ze ongeveer op de helft zijn. Ze zitten midden in het bos. Het is al bijna helemaal donker.
Matthijs is best een beetje trots op zijn grote broer. Hij weet toch precies wat hij moet doen. Het was hem misschien ook wel alleen gelukt om het witte biggetje met zijn moeder te verplaatsen naar een nieuwe schuilplaats, maar dit is toch wel veel beter.

Mariska en vader Vrolijk zijn thuis aangekomen. Vader maakt zich best een beetje ongerust dat Matthijs al weg was van school. Meestal wordt Matthijs opgehaald door zijn vader of moeder. Dat weet hij best. Zodra vader Vrolijk de deur van het huis opendoet, roept hij meteen:“Matthijs?! Matthijs??! Freek? Matthijs?!! Zijn jullie al thuis?”.

Het blijft stil in huis. “Mariska, ga jij eens in de tuin kijken of ze daar misschien zitten. Vergeet niet om ook in het kippenhok te kijken”. Mariska knikt en loopt door het huis naar de achterdeur en gaat daarna de tuin in om haar broers te zoeken. Stiekem hoopt ze dat Freek en Matthijs in het bos zijn om het biggetje en de moeder te verplaatsen naar een veiligere plek.

“Freek!! Matthijs!!! Waar zijn jullie?”. Vader Vrolijk loopt al roepend door het huis. Eerst gaat hij alle kamers beneden langs. De twee jongens zijn daar niet te vinden. Daarna besluit hij om boven te gaan kijken. Hij roept nog maar eens. “Freek!! Matthijs!! Zijn jullie thuis? Kom eens te voorschijn!!”.
Plotseling komt er uit een van de slaapkamers eindelijk geluid en gaat er een deur open. “Jaja, waar is de brand? Kan ik niet eens even een uurtje slapen. Ik heb al een knetterende hoofdpijn”. “Verbaast kijkt meneer Vrolijk naar de deuropening. “Oeps, sorry. Ik dacht al dat er helemaal niemand thuis was”.

Aflevering 38: Bij de boomhut

“Oh, sorry lieverd. Ik wist niet dat je op bed lag. Heb je Matthijs en Freek al horen thuiskomen”, zegt meneer Vrolijk als hij zijn vrouw in de deuropening ziet staan. “Nee, zeg Harry. Heb je me daarvoor wakker geschreeuwd?”. “Pff, die zullen zo wel thuiskomen toch. Misschien zijn ze wel even bij de familie Olgers thuis of bij Kim en Annelieke. Ben je daar al geweest?”. “Nee, ik zal inderdaad wel even naar de buren lopen. Het lijkt me toch belangrijk dat we ze nu even bij elkaar hebben zodat we kunnen praten over die wilde zwijnen die ze schuilhouden voor de politie”. “Daar heb je gelijk in”, antwoordt Elze Vrolijk.

Harry Vrolijk loopt weer naar beneden. Mariska zit ondertussen al op de bank met een boekje. “Heb je de hele tuin al doorgezocht, Mariska?”. Ze knikt ‘ja’. “En waren ze daar niet?”, vraagt haar vader op een manier waaruit blijkt dat hij het antwoord eigenlijk wel weet. Mariska schudt haar hoofd en haalt haar schouders op. “Ga jij anders even bij Kim en Annelieke Brink thuis kijken of ze daar zijn. Ik ga dan even naar het huis van de familie Olgers en loop daarna ook nog even door naar Van Hamsteren. Ik vind het belangrijk dat we vanmiddag even een goed gesprek hebben met elkaar! Hup in de benen”.
Zuchtend staat Mariska op van de bank. Ze heeft helemaal geen zin in dat gesprek. Ze moeten waarschijnlijk de politie gaan vertellen dat ze de wilde zwijnen hebben verstopt. Daarna komen de jagers om het witte biggetje dood te schieten. Stiekem hoopt ze dat Matthijs en Freek in het bos zijn om het biggetje en zijn moeder naar een nieuwe veilige plek te brengen.

Ondertussen zijn de broers inderdaad in het bos met het witte biggetje en zijn moeder. “We zijn er bijna, Matthijs”, fluistert Freek. “Je moet wel zachtjes blijven hoor, want straks hoort de boswachter ons en dan mislukt het alsnog. Bijna zijn ze bij de boomhut. “Kun jij het laatste stukje met ze lopen, dan ren ik vast naar het clubhuis om te kijken of er niemand is”. “Oké”, antwoordt Matthijs dapper.
Als hij bij de boomhut aankomt met de dieren, zit zijn broer al boven. “Kun je ze zelf in de touwlift krijgen denk je?”, vraagt Freek. “Ik ga het proberen. Is de moeder niet te zwaar?”. “Nee, dat denk ik niet. Ze zal toch niet zwaarder zijn dan Kevin en gisteren heb ik hem al met de touwlift naar boven gekregen.

De lift ziet er stevig uit. Een oude deur werkt als vloer voor de lift. Om de deur heen zitten vier stevige touwen waarmee de deur omhoog getakeld kan worden. Boven in de boomhut worden de touwen met een slinger om een katrol gerold en op die manier kan de lift naar boven en naar beneden. Voor de veiligheid kan de slinger nooit meer dan een klein stukje terugvallen. Door middel van schakels kan de lift elke keer een klein stukje omhoog of naar beneden gedraaid worden. Kevin Olgers heeft het systeem een keer gezien bij zijn oom in Denemarken. Daar werken ze in oude pakhuizen ook met zulke liften. Samen met Freek heeft hij het nagebouwd in het clubhuis.

“Zet ze maar in de lift, Matthijs!”. “Doe ik”, is het antwoord. De moeder en het biggetje vinden het alleen nogal eng om op de deur te stappen. Matthijs trekt aan het touw en houdt ze een handje voer voor de neus, maar geen van beiden wil in de touwlift. “Freek, ze willen niet. Wat moet ik nu doen?”. “Gewoon nog een keer proberen, maar probeer iets minder hard te roepen, straks hoort iemand ons nog”.

 

Aflevering 39: Vliegende zwijnen

“Het is me eindelijk gelukt om de moeder op de deur te krijgen”, roept Matthijs zachtjes naar boven. “Oké en hoe zit het met het biggetje?”. “Die staat er naast, maar past niet op de deur. Wat doen we nu? Kun je eerst het moederzwijn naar boven trekken en dat ik daarna samen met biggetje omhoog kom?”. Freek denkt er even over na. Hij beseft zich wel dat dit wel eens niet zo goed zou kunnen zijn. Straks raakt de moeder op de deurlift in de lucht in paniek, doordat haar kind niet bij haar is. Dan kunnen er de grootste ongelukken gebeuren.
“Het biggetje moet er toch eigenlijk wel bij op, Matthijs”. “Dat gaat echt niet passen hoor. Straks duwt de moeder per ongeluk het biggetje er af. Dat kan toch ook niet?”. “Nee, maar om de moeder zonder het biggetje naar boven te laten gaan lijkt me ook niet goed. Misschien moet je ze vastbinden, Matthijs”. “Dat kan toch niet Freek”, antwoordt Matthijs bijna in paniek, “Ik heb hier geen goed touw en ze zijn toch veel te sterk voor touw. We moeten iets anders bedenken”.

“Ik heb een idee. Waarom blinddoeken we ze niet. Dan zien ze niet dat ze niet bij elkaar zijn. Weet je nog dat opa vroeger wel eens heeft verteld dat als je een dier blinddoekt dat ze dan heel rustig blijven. Ze kunnen dan niet zien wat er aan de hand is”. Freek gaat gelijk boven in het clubhuis op zoek naar een paar grote theedoeken, die dienst kunnen doen als blinddoeken. “Denk je echt dat het zo gaat lukken Freek”. Matthijs twijfelt aan het grote plan van zijn broer. “We hebben niet veel keuze. Ze moeten toch naar boven en ook zo snel mogelijk. Laten we het maar proberen”, antwoordt Freek.

Ondertussen heeft hij een paar doeken gevonden. Hij gooit ze naar beneden. Matthijs pakt ze meteen op en probeert de moeder de doeken voor te doen. Echt meewerken wil ze niet, maar na een paar minuten is het Matthijs toch gelukt. “De moeder heeft een blinddoek voor Freek”. “Goedzo, dan hijs ik haar vast een klein stukje van de grond”, klinkt het van boven. Met een beetje voer lokt Matthijs het biggetje naar zich toch en pakt het vast. Snel doet hij een blinddoek voor bij het lieve diertje.
“Het biggetje heeft nu ook een blinddoek voor”. Matthijs merkt dat het biggetje meteen heel rustig wordt. Het lijkt wel alsof ze gaat slapen in zijn armen. Zachtjes aait hij met zijn hand het ruggetje van het biggetje. De zachte haartjes ontspannen.

Freek heeft ondertussen het moedervarken al een heel stuk opgehijsd. “Wilde zwijnen in de lucht”, zegt hij gekscherend. Het biggetje slaapt op schoot bij Matthijs. Het lijkt erop dat er niets meer mis kan gaan om het witte wilde zwijntje en zijn moeder veilig in het clubhuis te verstoppen.

Aflevering 40: Een geslaagde missie

Stukje bij beetje trekt Freek het moedervarken verder omhoog. Het is een zware klus, maar gelukkig werkt het systeem van de lift goed. Het dier op de speciale deurlift blijft dankzij de blinddoek goed rustig. Beneden bij de boomhut ligt het witte biggetje nog steeds op de schoot van Matthijs.

“Matthijs, het is gelukt. De moeder is nu boven. Ik heb haar met de blinddoek nog op achter het hekje gezet”, roept Freek zo zachtjes mogelijk naar zijn broertje. “Ik laat nu de touwdeur weer omhoog. Dan moet je het biggetje erop zetten. Lukt dat denk je?”. “Ik denk van wel Freek. Ze is nu hartstikke rustig”. “Misschien kan ik haar trouwens ook wel via de touwladder naar boven klimmen. Is dat niet nog een beter idee?”. “Ik weet niet. Waarom niet met de lift dan?”, vraagt Matthijs. “Nou het is te zwaar om jullie allebei in de lift te zetten. Ik weet niet of het zo’n goed idee is om het biggetje alleen te laten gaan”. “Ow, maar met de moeder ging het net toch ook goed?”. “Ja, maar die is wat minder speels dan het biggetje”. “Ik laat het aan jou over, Freek”.

Freek besluit om naar beneden te gaan met de touwladder. Hij is bang dat het biggetje alleen in de lift wel in paniek kan raken en dat het dan niet goed gaat. “Is dat niet veel gevaarlijker via de touwladder? Straks laat je haar vallen”, vraagt Matthijs ongerust. “Ik doe een touw om het middel van het biggetje en vervolgens om mijn eigen middel heen. Als ik dan per ongeluk toch het biggetje laat vallen of los moet laten omdat ze in paniek schiet, dan blijft ze hangen aan het touw. Dat komt dus wel goed”, stelt Freek hem gerust.

Matthijs geeft het biggetje over aan Freek. Ze wordt goed vastgemaakt zodat er niets kan gebeuren. “Het is ook niet zo’n enge klimtoch. Ik ben al duizenden keren met de touwladder omhoog gegaan”. “Maar ik blijf wel vlak achter je, zodat ik kan helpen als het misgaat”, zegt Matthijs die kennelijk toch nog niet helemaal gerust is.
Met z’n tweeën klimmen ze omhoog. Als ze boven zijn gekomen zet Freek het biggetje op de vloer van de boomhut. Het biggetje wil meteen door de ruimte rennen, maar merkt dat het nog vast zit. “Hoho, ik moet je eerst losmaken”. Snel maakt Freek het touwt los en doet de blinddoek af. Het biggetje rent meteen naar zijn moeder toe. Matthijs die ondertussen ook boven is gekomen, tilt het dier over het hekje. De twee zijn duidelijk blij dat ze herenigd zijn. “Zo Matthijs, dat was een geslaagde missie”. “Gelukkig wel. Ik ben zo blij dat je erbij bent. Ik weet niet hoe ik dit alleen had moeten doen”, antwoordt hij. “Ach het viel allemaal best wel mee toch? Het moeilijkste komt nog. Straks als we thuis komen, dan zullen we toch het een en ander moeten uitleggen aan pappa en mamma en die zullen vast niet blij zijn”.

Print this page

MaandagDinsdagWoensdagDonderdagVrijdag
gtop
gbottom




gtop
gbottom