Petje en Potje
Meisje

De zwarte auto (deel 1)

De Vogeliersstraat stond helemaal vol met auto’s toen ik samen met Erik naar zijn huis liep. Zo druk was het nog nooit eerder geweest. Er moest wel iets aan de hand zijn. Erik dacht het ook.
Toen we halverwege de straat liepen zagen we dat er heel veel politie in het huis was van de familie Donkers. Iedereen die verder in de straat woonde stond om het huis heen. Natuurlijk waren we hartstikke nieuwsgierig wat er gebeurd was, maar we konden ook nergens bij.
Naast het huis van de familie Donkers stond een grote zwarte auto. Ik herkende de auto niet. Het leek ook helemaal niet op een auto die ik eerder had gezien. Misschien was het wel een auto van een onbekend Russisch merk. Mijn vader had me wel eens verteld dat zulke auto’s er heel anders uitzien dan de meeste andere auto’s die in Nederland rijden. Ik geloofde dat toen niet, maar nu ik de auto had gezien die bij de familie Donkers naast de deur stond, kon hij toch wel eens gelijk hebben.
Van buitenaf kon je helemaal niet bij de auto naar binnen kijken. We konden dus ook niet zien of er nog iemand in de auto zat. De politie was nog steeds druk in de weer in het huis, maar eigenlijk waren Erik en ik vooral nieuwsgierig naar de vreemde zwarte auto. Zou er iemand inzitten? Waar zou de auto vandaan komen? Is de auto van de politie?
Het waren allemaal vragen waar we geen antwoord op wisten. We wilden zelfs liever weten wat er met de auto aan de hand was, dan dat we te weten zouden komen wat er in het huis van de familie Donkers was gebeurd.
Mevrouw Haverdonk deed niets anders dan aan de agenten vragen wat er aan de hand was. Dat mens wil altijd als eerste alles weten. Tineke Jansen deed niets anders dan huilen. Zij jankt echt overal om. Vorige week was haar kat tien minuten weggelopen en meteen brullen. Erik dacht eerst dat er iemand doodging, maar het was haar kat die er eventjes tussenuit was. Nou, nou, poeh, poeh, daarom moest mevrouw Jansen alle sluizen even openzetten. Wat een stom kind, zeg.
Ondertussen was de politie begonnen om een lint om het huis heen te spannen. Iedereen moest aan de kant en mocht ook niet meer in de tuin staan. De meeste mensen bleven nog op de stoep staan kijken. Erik en ik hadden het wel gezien. Op televisie doet de politie dit soort dingen de hele tijd. Soms is er dan iemand dood. Een andere keer is er een overval gepleegd. Allemaal heel erg enzo, maar die auto vonden we veel spannender. Het kentekenbord was ook anders. Het moest dus wel een auto uit het buitenland zijn.
Terwijl iedereen bleef kijken, liepen we naar de buren van de familie Donkers. Ik wilde de auto van dichterbij bekijken en via die tuin konden we zo door de struiken vlakbij komen. Voorzichtig slopen we door de tuin. Om zeker te weten dat niemand ons zag, bleven we goed om ons heen kijken. Gelukkig vond iedereen de politie en het huis van de familie Donkers veel interessanter dan ons.
We kropen door de struiken en we stonden ineens vlakbij de auto. Van dichtbij was die nog veel mysterieuzer. De vorm was raar. Hij leek een beetje om een auto uit een James Bond film. Misschien zaten hier ook wel allerlei gave dingen in. Misschien wel een raket of een schietstoel. Zo dachten we nog een poosje na over de auto, totdat Erik besloot om nog dichterbij te gaan kijken. Hij maakte twee stappen naar voren, toen ineens er van alles begon te knipperen en piepen. Shit, het alarm.

  

De zwarte auto (deel 2)

Zo snel als we konden renden we naar de achtertuin. Natuurlijk keek iedereen naar de auto toen het alarm afging, maar volgens mij had niemand ons gezien. Twee agenten kwamen uit het huis gerend en probeerden de auto te openen, maar de deuren zaten op slot. De agenten hadden geen sleutels en konden dus niet in de auto. Een van de twee agenten liep weer naar binnen. Waarschijnlijk ging hij proberen om de sleutels te vinden. De ander liep om de auto heen en keek of er echt geen enkele deur open kon, maar ze bleven allemaal dicht.

Ondertussen hadden wij ons achter een paar struiken verstopt waar niemand ons meer kon zien. Althans dat dachten we toen nog. De agent die naar binnen was gegaan om de sleutel te zoeken, kwam weer naar buiten. Hij schudde met zijn hoofd. Kennelijk was hij er niet in geslaagd om de sleutel te vinden.    

Ineens sloeg het alarm weer af. Iedereen stond er verbaasd naar te kijken. Zou iemand het van binnenuit hebben uitgezet? De agenten liepen er met z’n tweeën omheen. Geen van beiden durfden de auto meer aan te raken. Ze waren veel te bang dat het alarm weer af zou gaan. Zolang het stil bleef, konden zij in ieder geval doorgaan met hun onderzoek binnen. Snel liepen de twee weer naar binnen. De rust was terug.

Nog steeds stonden er veel mensen achter de linten te kijken naar wat er aan de hand was in het huis van de familie Donkers. Erik en ik bleven nog even in de bosjes zitten. Ik kon me alleen niet voorstellen dat het alarm zomaar vanzelf was uitgegaan. Ik wilde persé weten wie of wat er in de auto zat en waarom het er niet uit kwam. Erik dacht er net zo over. Hij was altijd net zo nieuwsgierig als ik.

Nog geen week geleden zaten we samen op de kamer van Erik. We dachten erover na om later als geheime agenten te gaan werken. Net als James Bond in snelle auto’s rijden en in speedboten door grachten racen, met geheime wapens rondlopen en natuurlijk boeven pakken. We maakten allerlei plannen om mensen te slim af te zijn en we besloten om vanaf dat moment niet meer zonder een goed zakmes, wat touw en onze mobiele telefoons uit huis te gaan. Erik had een camera op zijn telefoon. Kortom sinds die dag zijn we er klaar voor om echt aan het werk te gaan. We hoopten dat we misschien voor een groenteman een diefstal konden oplossen of misschien een ontvoerde hond terugvinden.

Erik fluisterde in mijn oor dat hij een plan had. Een alarm werkt niet onder de auto. Als een van ons onder de auto zou kruipen voorzichtig, dan konden we horen of er iets in de auto zat. Erik had het amper gezegd of hij sloop al naar de auto toe. Hij kroop op zijn buik over de grond. Ik bleef stil in de bosjes zitten en lette goed op of er niemand aan kwam. De mensen achter het lint keken nog steeds naar wat er in het huis aan de hand was. Als een aal glipte Erik onder de auto. Via kleine handgebaren seinden we naar elkaar.

Nog maar net lag Erik onder de auto, toen ik zag dat er een hele groep agenten naar buiten kwam lopen. Ik seinde naar Erik dat hij doodstil moest blijven liggen. De agenten praatten met elkaar en liepen rustig naar buiten. Eentje wandelde gelijk naar een politiewagen die aan de weg stond, maar de rest bleef maar bij de zwarte auto staan. Erik kon alles horen wat ze zeiden, maar als ze hem ontdekten, dan was het gedaan. Dan zouden we vast worden meegenomen naar het bureau.

Het ging allemaal vrij goed. Erik bleef rustig liggen en de agenten overlegden rustig met elkaar. Het alarm van de auto bleef uit. Maar toen een van de agenten zo stom was om zijn sleutel te laten vallen en bukte om die weer op te pakken, ging het mis. De agent zag Erik liggen. Ze keken elkaar lang aan en beiden schrokken.

Print this page

MaandagDinsdagWoensdagDonderdagVrijdag
gtop
gbottom




gtop
gbottom