Petje en Potje
Meisje

De Kinderen van de Vliegenvanger

Aflevering 9: Het plan

“We gaan het biggetje ontvoeren en verstoppen, zodat de jagers het niet kunnen vinden!”, zegt Fatima dan. De anderen kijken haar vol verbazing aan. “Dat kan toch helemaal niet”, is de eerste reactie van Jolinda. “Dat biggetje loopt vrij rond in het bos. Er is een boswachter die het in de gaten houdt. Er gaan jagers op hem jagen en er zijn nu allerlei andere mensen die het biggetje opzoeken en willen zien. Dat gaat ons nooit lukken”.
Fatima is het niet met Jolinda eens. “Ik heb een plan. We gaan het ’s nachts doen. Dan is er niemand die het biggetje in de gaten houdt. Zelfs de boswachter slaapt dan. We moeten er alleen achter zien te komen waar het biggetje slaapt.” Jolinda twijfelt nog steeds. “Maar we kunnen het biggetje toch niet zomaar bij zijn moeder weghalen? Dat is toch zielig?”, zegt ze dan. “Nee, maar het biggetje laten doodschieten is nog veel zieliger”, is het antwoord van Kevin. “We kunnen natuurlijk de moeder ook ontvoeren en ze samen naar een veilige plek brengen”, bedenkt Freek dan. “Ik vind het een goed idee, Fatima”, zegt hij. “We moeten dit verder uitwerken en een goede taakverdeling maken. We hebben nog maar twee dagen de tijd en dan moeten we in actie komen. Wie weet een plek waar we het biggetje en zijn moeder kunnen verstoppen. Er moet wel genoeg ruimte zijn”. “Kunnen we het niet gewoon hier houden, bij het clubhuis.”, vraagt Kevin. “Natuurlijk niet, sufferd. Het clubhuis is toch ook in het bos. De jagers zullen ze hier zeker vinden.”, antwoordt Freek.
Het bedenken van een goede plek is heel erg moeilijk. In de tuin van de familie Vrolijk is geen goed idee, omdat het daar altijd veel te druk is. De kans is te groot dat het biggetje en zijn moeder daar ontdekt worden. In de tuinen van een van de andere kinderen is te weinig ruimte voor een goede schuilplek. “Ik weet misschien nog wel een goede plek”, zegt Jolinda dan, “Het is een plek die wel een beetje gevaarlijk is, maar niemand zal er ook opkomen om daar te gaan kijken. Achter in de tuin van Meneer Vuur staat een klein houten schuurtje. Het is vlakbij het bos, maar er staat wel een grote heg omheen. Niemand durft aan meneer Vuur te vragen om in zijn tuin te mogen kijken, maar hij komt er zelf ook nooit. Vanuit zijn huis kan hij niet achter het schuurtje kijken. Dus dat is een veilige plek. We moeten alleen de hond van meneer Vuur weg zien te houden”.
“Woow! Dat is echt een vet goede plek!!”. Kevin is er helemaal ondersteboven van. “Ik heb daar wel eens stiekem een muis verstopt. Ik had toen een hele lieve witte muis gekregen van mijn oom, maar mijn moeder vond hem eng en toen moest de muis weg. Hij heeft toen een jaar in dat schuurtje gewoond. Je kunt er heel makkelijk komen. Je moet alleen niet teveel geluid maken.”
Jolinda twijfelt nog een beetje. “We kunnen een biggetje toch niet vragen om stil te zijn?”. “Nee, maar zoveel lawaai zal een biggetje met zijn moeder toch niet maken. Ik vind het een goed idee”, zegt Freek, “Dan hebben we dus een plek. We moeten er nu alleen achter zien te komen waar het biggetje met zijn moeder ’s nachts slaapt, zodat we ze makkelijk kunnen vinden”. Fatima stelt voor om meteen met elkaar het bos in te gaan om de slaapplek te zoeken. “Laten we in groepjes door het bos lopen. Over ongeveer twee uurtjes verzamelen we weer hier in het clubhuis”, stelt ze voor.
Mariska knikt haar hoofd en ook de anderen vinden het een goed idee. Freek is toch een beetje boos dat Fatima nu weer de baas is. Haar idee is dan wel een goed plan, maar had graag dat plan zelf bedacht. Het belangrijkste is nu dat ze eerst het biggetje gaan redden, maar het steekt hem toch.
De groep verdeeld zich om de slaapplek van de wilde zwijnen te zoeken. Kevin, Freek en Matthijs gaan samen zoeken. Fatima gaat met Jolinda op pad. Kim, Annelieke en Mariska zijn het derde groepje dat op zoek gaat. Joris is vandaag thuisgebleven. Als bijna-lid is hoeft hij natuurlijk ook niet overal bij te zijn. Jolinda is blij dat ze die dag niet op haar klein broertje hoeft te passen. Het zou niet handig zijn om kleine Joris erbij te hebben, nu de club met zoiets belangrijks bezig is.

Kevin, Freek en Matthijs besluiten om door de bossen te lopen in de richting van het boswachtershuis. “De boswachter heeft de wilde zwijnen en het biggetje het vaakst gezien, dus ze zullen dus wel in zijn buurt blijven”, denken Freek en Kevin. Matthijs twijfelt daarover, maar loopt wel gewoon mee. Zijn grote broer Freek heeft wel vaker gelijk gehad. Fatima en Jolinda denken dat de zwijntjes meer in de buurt van de wandelpadden slapen omdat ze daar te eten krijgen van de wandelaars. Daarom gaan ze langs de grote wandelroutes lopen. Kim, Annelieke en Mariska gaan naar de rivier ‘Het Grupje’. Dat is een zijtak van een grote rivier, die langs het bos loopt. Annelieke denkt dat de moeder van het biggetje een veilige plek heeft gezocht om te slapen in de buurt van water. Het is natuurlijk niet gemakkelijk om de slaapplek van wilde zwijnen te vinden. Hoe herken je de slaapplek? Slapen wilde zwijnen eigenlijk elke avond op dezelfde plek? Het zijn allemaal vragen waar de groep mee zit, maar er over twee uurtjes weten ze hopelijk meer. 

Aflevering 10: De zoektocht

Kevin, Freek en Matthijs lopen rustig in de richting van het huisje van de boswachter. Ze kijken goed om zich heen, maar het is heel moeilijk om sporen van wilde zwijnen te vinden. “Ik denk dat we voornamelijk moeten letten op voetsporen”, stelt Kevin voor. “Mijn opa heeft mij vroeger wel eens verteld dat je ook op afgebroken takjes en plukjes haar moet letten”, vertelt hij. Het drietal let goed op en wandelt rustig in de richting van het boswachtershuis. Ze zien zo nu en dan wel wat afgebroken takjes, maar verder lijkt niets erop. Ze horen vogels fluiten.
Ondertussen lopen Fatima en Jolinda langs de grote wandelpaden om naar sporen te zoeken. “Denk je echt dat de wilde zwijnen hier langslopen?”, vraagt Jolinda. “Ik denk het wel”, antwoordt Fatima, “Volgens mij krijgen ze hier wel eens te eten van allerlei mensen”. Jolinda begint toch te twijfelen als ze na een half uur nog niets hebben gezien.   “Misschien moeten we niet de grote wandelpaden nemen, maar juist de kleinere. Het is hier toch veels te druk voor die wilde zwijntjes? Ik denk dat ze veel te bang zijn voor al dat verkeer. Hier lopen mensen hard. Er lopen ook allemaal honden los. Ik denk dat de zwijnen daar bang voor zijn, denk je niet?”. Fatima is het daar niet helemaal mee eens, maar samen besluiten ze dat ze niet alleen de grote wandelpaden verkennen, maar ook de andere, kleinere paden. De twee zien van alles voorbij komen. In de bosjes rondom de paden lopen vooral honden te snuffelen. Een enkele keer zien ze een konijntje wegspringen, maar helaas niets lijkt erop dat er wilde zwijntjes in de buurt van de wandelpaden zijn geweest. Langzaam aan beginnen Jolinda en Fatima de moed te verliezen. “Misschien was dit toch niet het beste idee. Ik hoop dat de anderen meer geluk hebben”, zegt Fatima als ze bijna anderhalf uur door het bos hebben gelopen.

Kim, Mariska en Annelieke letten niet meteen echt goed op. “Als we eerst maar eens bij het riviertje zijn, dan gaan we vanaf daar goed zoeken naar de slaapplek van de wilde zwijnen”, is het idee van de drie meiden. Ze kletsen honderduit onderweg. Natuurlijk gaat het vooral over het witte biggetje. Annelieke vindt het fijn dat ze nu wat gaan doen. Ze is heel erg boos op de mensen die besloten hebben dat het biggetje doodgeschoten moet worden. “Ik ben zo boos op die mensen. Snappen die grote mensen dan niet dat het hartstikke zielig is? Zo’n biggetje kan er toch ook niets aan doen dat hij wit is”. Mariska is stil zoals altijd, maar knikt heftig met haar hoofd. Ze kijkt er heel erg boos bij, zodat Kim en Annelieke goed weten dat zij ook woedend is op die stomme grote mensen. In de verte horen ze het riviertje al kabbelen. Het Grupje is een kleine rivier die langs het dorpje Kwakernaak loopt. Het is te klein voor grote vrachtschepen, maar in de zomer kun je er wel lekker in zwemmen, waterfietsen of kanoën. Dat doen de mensen uit het dorpje dan ook volop.
“Sssstt!!! Volgens mij hoor ik wat daar”, fluistert Annelieke. De drie stoppen en proberen dwars door de bosjes heen te kijken. Enkele tellen blijven ze roerloos staan. “Ik hoor niets”, zegt Kim dan. Mariska haalt haar schouders op en probeert ook nog eens goed te luisteren. “Ik dacht dat ik wat hoorde lopen daar”, verklaart Annelieke. Nog steeds horen ze niets. “Laten we maar verder lopen. We moeten immers vooral de slaapplek vinden. We kunnen het biggetje nu overdag toch niet meenemen. Dat zou teveel opvallen”, vindt Kim.
Als ze vlak bij de rivier zijn, hoort Annelieke weer wat: “Sssst, nu hoor ik weer wat. Daar achter die struiken ademt iets of iemand heel zwaar. Het zou toch niet de boswachter zijn. Die moet ons hier nu niet zien. Als we betrapt worden kunnen we het hele plan wel vergeten.”
Plotseling tikt er iemand op haar rug. Annelieke schrikt maar kan nog net haar hand voor haar mond doen, zodat er geen gilletje uit haar komt. Ze draait zich langzaamaan om en kijkt dan in een paar bruine ogen. Het is Fatima. “Hoi”, zegt Fatima heel zachtjes, “we sluiten ons bij jullie aan. Wij hebben helemaal niets gevonden en vonden dat jullie plan toch beter was, vandaar dat we hier nu ook zijn”. “Dat is goed”, antwoordt Annelieke. Kim en Mariska hebben nu ook gezien dat Fatima en Jolinda zich bij hen hebben aangesloten. “Stil nou eens”, zegt Kim, “Ik hoor nog steeds iets of iemand daar ademen. Volgens mij zijn het er zelfs meer mensen of dieren.”. “Als het de jagers nog maar niet zijn. Straks zijn we al te laat”, bedenkt Jolinda.
Voorzichtig kijken ze met zijn vijven door de struikjes. Het zware ademen klinkt steeds harder. Annelieke doet nog een klein stapje naar voren en fluistert: “Ik zie nog niets, jullie dan?” De anderen schudden hun hoofd. Annelieke zet nog een klein stapje naar voren om nog beter door de struiken te kunnen kijken. Ze voelt dat ze niet helemaal stevig staat. De grond is glibberig en nat, maar ze kan nog steeds niet zien wat daar achter de struiken zit. De anderen blijven rustig achter haar staan. “Misschien nog een klein stapje naar voren”, bedenkt ze. Ze tilt haar linkerbeen op, maar het gaat mis. “WOOOOOHAAAAAAA!!!!”, gilt Annelieke. Ze glijdt achteruit en valt op haar bips. Ze probeert nog snel zich vast te houden aan de struiken, maar er is geen houden aan. Ze glijdt zo over de grond door de bosjes door naar de andere kant. De anderen kijken verschrikt. “Waar glijdt Annelieke heen? Wat zit er aan de andere kant van de bosjes?”. Als de gil van Annelieke niet meer te horen is, rent Kim haar zusje achterna. “Annelieke, Annelieke!!! Gaat alles goed? Waar ben je?”, roept ze zo hard als ze kan. 

Aflevering 11: De vondst

“hahahahahahaha”. Kim barst in lachen uit als ze Annelieke eindelijk ziet. Ze zit onder de modder. Met glinsterende oogjes lacht Annelieke vrolijk mee met haar zus. Kim loopt voorzichtig naar haar toe, maar al bij haar tweede pas glijdt ze uit en valt ze pardoes ook in de blubber. Nu ziet ze er net zo vies uit als haar kleine zusje, die helemaal in de slappe lach is geschoten. Voorzichtig komen de anderen dichterbij. Als ze de twee zusjes in de modder zien, schiet iedereen in de lach. Als iedereen is uitgelachen, vraagt Kim zich ineens af, wat nu het ademen was wat ze in de bosjes gehoord hadden. “Heb je iets gezien toen je hier heengleed, Annelieke? Ik zie nu niemand meer. Weet je wie of wat dat was?”. Annelieke knikt. “Ja, we zitten goed. Het waren twee wilde zwijnen. Ze schrokken toen ik zo ineens uitglee en op ze af kwam. Toen zijn ze het bos weer ingerend. Maar dit is zeker weten de slaapplek van de wilde zwijnen. Kijk maar om je heen. Overal sporen van hoefjes en er liggen hier en daar wat haren van ze en je ziet ook voedselresten”.
Iedereen kijkt goed rond en ziet dat Annelieke gelijk heeft. Ze hebben de plek gevonden waar de wilde zwijnen veel zijn om te slapen en te eten. Dat betekent dat ze hier waarschijnlijk ook het makkelijkste het witte biggetje met zijn moeder kunnen vinden. “Hoe gaan we dit nu terug vinden?”, vraagt Fatima aan de groep. “Ik denk dat we een subtiel spoor moeten achterlaten. Het mag niet te opvallend zijn, anders kunnen de jagers de wilde zwijnen ook snel vinden, maar we moeten het zelf wel ’s nachts terug kunnen vinden”, is het antwoord van Kim. De groep denkt hard na. Kleine touwtjes door het bos heen hangen is te opvallend. Broodkruimels worden opgegeten door de vogels. Met krijt kruizen op bomen valt ook te veel op. Het is een moeilijke opgave voor de dames om echt iets slims te bedenken. Terwijl Fatima, Kim, Annelieke en Jolinda hard nadenken over een goede manier om de plek weer te vinden, wandelt Mariska weg. “Of er moet hier iemand blijven?”, stelt Fatima voor. “Dat kan toch niet. Hoe moeten we die dan terugvinden?”, is de reactie van Jolinda, “de wilde zwijnen zouden dan toch ook schrikken en dan komen ze hier nooit weer”. “Ja, dat kan ook niet”, geeft Fatima toe.   
Heel hard fluit Mariska ineens van achter de bomen. De andere meiden lopen snel naar haar toe. Mariska is naar de rivier gelopen. Die was al vlakbij. Ze wijst naar een klein rood paaltje in de grond. Er staat een nummer op. Het is bordje nummer 576. “Tja, wat moeten we daar nu mee Mariska? Daar staat toch nog zo’n bordje en verderop staat er nog een.”, roept Annelieke. Mariska loopt naar het volgende bordje en laat zien dat daarop 577 staat. Als iedereen het gezien heeft, lopen verder en zien dat de nummers steeds verder oplopen.
“Oh, tuurlijk”, roept Fatima. De slaapplek is bij bordje 576. Zo kunnen we het makkelijk terugvinden als we via het riviertje naar de plek teruggaan. We hoeven dus helemaal geen spoor te maken”. Mariska knikt instemmend. Ze glimlacht trots.
Kim stelt voor om langs de rivier terug te lopen, zodat ze niet meer sporen in het bos maken. Snel rennen ze langs de rivier en naar de brug. Via de andere kant van het bos lopen ze terug naar het clubhuis. De jongens zijn daar al een poosje. Ze hadden in de buurt van het boswachtershuisje helemaal niets gevonden. Na een flinke tijd zoeken naar sporen van wilde zwijnen moesten hadden ze het opgegeven.
Annelieke rent als eerste het clubhuis in. “We hebben de plek gevonden! We hebben de plek gevonden!”. De jongens springen op en willen natuurlijk meteen alles weten. Als de anderen er ook allemaal zijn, vertelt Annelieke het hele verhaal. Als Annelieke klaar is, stelt Freek voor om verder te overleggen over het plan. De gevaarlijkste onderdelen moeten nog komen.

Aflevering 12: Geheimzinnigheid

“Jolinda, mag ik vanmiddag mee naar de club?”, vraagt kleine Joris aan zijn grote zus. “Nee”, antwoordt ze, “Je gaat vanmiddag weer naar oma. Dat vindt je toch ook leuk?”. “Mjawel, maar waarom mag ik niet met jou mee dan? Ik ben toch nu een bijna-lid?”.  “Ja, dat is ook zo. Jij bent een bijna-lid, maar we zijn met hele gevaarlijke en belangrijke dingen bezig. Daar kun jij echt nog niet aan meedoen. Je moet dan eerst helemaal lid worden”, legt zijn zus uit. Joris vindt het maar vreemd. Hij mocht wel bijna-lid worden van de club, maar sinds hij dat is mag hij bijna nooit meer mee. “Wat doen jullie dan voor geheimzinnige dingen, dat ik niet eens mee mag?”. “Dat mag ik niet vertellen. Dat is geheim. Hou je nu een keer op met zeuren?”. Jolinda wordt een beetje kribbig van al die vervelende vragen van haar broertje. Ze vindt het heerlijk dat oma wat vaker kan oppassen. Ze kan nu gewoon met de ontvoering meedoen, zonder dat Joris telkens in de weg loopt of de boel verklapt.
“Kan ik echt niet met jou mee, Jolinda? Ik wil zo graag weer een keer naar de club”. “Een andere keer, goed?”, antwoordt ze een beetje boos. “Maar ik wil nu mee. Ik kan morgen ook wel weer naar oma”, blijft Joris aandringen. “Joehoe, ik ben er!”, wordt er vanuit de keuken geroepen. “Pfff”, denkt Jolinda, “Daar is oma eindelijk”. Joris loopt naar de keuken. “Hallo lieverd. Heb je alles al bij je, dan gaan we vanmiddag lekker naar de dierentuin. Het is zo’n lekker weer”. “Ja, leuk”, zegt Joris tegen zijn oma. Hij is de club al helemaal vergeten, trekt zijn jas aan. Samen lopen ze de achterdeur uit.
Zodra Joris en oma de deur uit zijn, grijpt Jolinda zo snel mogelijk haar spullen bij elkaar. Ze haalt haar fiets uit de schuur en fiets zo snel als ze kan naar het clubhuis toe. Ze is al wat te laat voor de vergadering, doordat ze op haar broertje moest passen. Oma was wat later dan normaal. Als Jolinda eindelijk bij het clubhuis is iedereen er al.
“Hèhè, ben je daar eindelijk”, zegt Kevin als hij haar ziet. De anderen zijn al druk in gesprek over de plannen. “Dus jij zorgt ervoor dat de plek helemaal goed is voor de moeder en het biggetje?”, vraagt Fatima aan Freek. “Ja, dat wordt geregeld. Kevin en ik gaan er morgen mee aan de slag. Zorgen jullie voor de spullen de we nodig hebben voor de ontvoering?”. Jolinda luistert aandachtig mee. “We spreken af in het clubhuis om elf uur ’s avonds. Tegen onze ouders zeggen we dat we een slaapfeestje hebben bij mij. Ik, Mattijs en Mariska zeggen dat we een slaapfeest hebben bij Kevin. Zo kunnen we allemaal het huis uit zijn, zonder dat onze ouders het in de gaten hebben. Zijn we het er zo allemaal over eens?”, vraagt Freek dan.
“Uhm…. Ik denk het wel”, zegt Jolinda, “Maar ik weet nu niet helemaal precies hoe het allemaal gaat, doordat ik te laat op de vergadering was. Kunnen jullie het nog een keer uitleggen?”. “Ik leg het zo allemaal nog wel uit”, antwoordt Kim, “We moeten nu eerst voorzichtig uit het bos gaan. We gaan niet allemaal tegelijk weg. Dat valt teveel op. Jolinda gaat met mij en Annelieke mee naar huis en wij leggen het haar daar allemaal uit. Ok?”.

De vergadering is gesloten. Iedereen gaat één voor één naar huis. Als laatste vertrekken Jolinda, Kim en Annelieke. Onderweg praten ze over van alles en nog wat, behalve over de ontvoering van het wilde zwijntje en zijn moeder. Thuisgekomen legt Kim alles aan Jolinda uit.
Tegen etenstijd gaat Jolinda naar huis. Joris is al thuisgebracht door oma. Ze hebben een leuke dag gehad in de dierentuin, maar toch vraagt Joris al snel of Jolinda nog naar de club is geweest. “Ja, tuurlijk. We zijn daar toch elke middag”, antwoordt ze. “Wat hebben jullie gedaan? Zijn er nog spannende dingen bebeurd?”, vraagt haar broertje heel nieuwsgierig. “Niet echt”, antwoord ze voorzichtig. “Wat hebben jullie gedaan dan?”. “Och een beetje gekletst en gevoetbald”. “Maar jullie zouden toch iets spannends gaan doen?”. “Uhm... nee hoor”, zegt Jolinda snel.

Print this page

MaandagDinsdagWoensdagDonderdagVrijdag
gtop
gbottom




gtop
gbottom